Geslaagde samenwerking Meestoof en Heemkundekring
Presentatie over gerotste gevels belicht historie en techniek
De winterlezing van 5 maart in museum de Meestoof in Sint-Annaland stond in het teken van ‘Verborgen Schatten’. Een samenwerking tussen Heemkundekring Stad en Lande van Tholen en museum De Meestoof bracht erfgoedliefhebbers samen voor een avond vol verhalen, filmvertoningen en herinneringen.

Arie de Viet, vrijwilliger bij De Meestoof, opende de avond in het Zeeuws dialect. ‘Da’s ommes ok erfgoed,’ zo verklaarde hij. Gehuld in historisch werkgoed – boezeloen, blezoen, missisterse broek met hallegen – vertelde hij het bijzondere verhaal van zijn vader, die in de jaren dertig meewerkte aan de inpoldering van de Abraham Wissepolder bij Flupland. De arbeiders noemden hun werkplek gekscherend ‘de Saar’, verwijzend naar het Saarland waar destijds een volksraadpleging plaatsvond over de toekomst van het gebied.

De Viet vertelde over het project ‘DNA van Zeeland’, waarin ooggetuigen hun herinneringen delen in korte videodocumentaires. De Meestoof diende zeven voorstellen in, waarvan er twee werden geselecteerd: de weervisserij in de Oosterschelde en het levensverhaal van Keetie van Oosten-Hage, pionier in het vrouwenwielrennen. Bezoekers kregen beide films te zien.




Vrijwilliger Adrie Slager gaf nadere toelichting op de weervisserij, een verdwijnende traditie waarin zij als ‘veuhelverschrikker’ haar steentje bijdraagt. De avond werd afgesloten met korte filmpjes over de mosselvisserij en de land- en tuinbouw op Tholen, gevolgd door een vooruitblik op de tentoonstelling ‘Dijken, polders en vloeden’ in De Meestoof dat 5 april zijn deuren weer opent.
De winterlezing bracht niet alleen verborgen verhalen aan het licht, maar liet ook zien hoe waardevol het vastleggen van gesproken geschiedenis is voor toekomstige generaties. De Viet riep de zaal op om met voorstellen te komen voor videodocumentaires. Dit leidde tot enthousiaste reacties, waarbij onder andere het gebruik van rommelpotten als suggestie werd genoemd.

Na de pauze werd een boeiende slide-show gepresenteerd door Piet Quist, oud-docent bouwkunde en secretaris van Heemkundekring Tholen, over gerotste gevels, een traditionele afwerkingstechniek van buitenmuren. De presentatie gaf inzicht in de esthetische en bouwfysische eigenschappen van dit ambachtelijke metselwerk.
De eerste dia’s toonden voorbeelden van jong rotswerk, waarbij Quist de regelmatige structuur en de gebruikte technieken toelichtte. Van links naar rechts gewerkt, met opvang voor overtollige specie en subtiele correcties, werd het werk gekarakteriseerd als fraai en functioneel. De zorgvuldige voorbereiding van de ondergrond, ingesmeerd met verdunde specie, bleek cruciaal voor de hechting van de doddetjes specie.
Een historisch uitstapje volgde naar de evolutie van bindmiddelen. Van kalkmortel in de Romeinse tijd tot de introductie van Portlandcement in 1824, die de bouwpraktijk wereldwijd revolutioneerde. Hierbij werd stilgestaan bij de impact van cement op vochttransport in muren en de gevaren van betonrot.

Praktijkvoorbeelden illustreerden hoe vochtproblemen in gevels ontstaan, vaak door onjuiste toepassing van cementgebonden specie. De analyse van schadegevallen maakte duidelijk hoe lekkages en verkeerde materiaalkeuzes tot loslatend stucwerk en krimpscheuren leiden.
De presentatie eindigde met een blik op bijzondere gevels, zoals de ‘Dokter Tazelaarswoning’ in Sint-Maartensdijk, waar het rotswerk niet alleen een praktische oplossing was, maar ook een bewuste esthetische keuze. Het publiek kreeg de kans om zelf na te denken over reparatiemethoden en de toekomst van deze ambachtelijke techniek.
Deze boeiende lezing onderstreepte het belang van historisch vakmanschap en de noodzaak om bij restauraties respectvol met traditionele technieken om te gaan.
