Gevonden duit uit 1766 in Sint Philipsland
Zoals u weet staat de Heemkundekring regelmatig met een stand op de verschillende braderieën op ons eiland. Zo stonden we op 13 augustus in de Voorstraat in Sint-Annaland. Bij de stand meldde zich ons lid M.C. Reijngoudt met een (op dat moment onherkenbaar) muntje, dat hij eerder gevonden had in de buurt van het Praathuis in Sint Philipsland.
Het muntje was al aardig dun geworden. Na schoonmaken blijkt het een koperen duit te zijn uit 1766, afkomstig uit het Hertogdom Gelriae (nu zo ongeveer de provincie Gelderland). Aan het einde van de 18e eeuw was Sint Philippusland nog een eiland en dus tamelijk geisoleerd. Een mooie vondst die al direct de fantasie aanspreekt over hoe die munt daar terecht is gekomen. In die tijd telde het dorp nog geen 50 woningen. Het dorp leefde voornamelijk van de landbouw (o.a. meekrap) en de scheepvaart, maar ook de korenmolen De Hoop stond er toen al. In 1789 kreeg het dorp ook zijn eerste eigen meestoof. Wellicht dat een handelaar of schipper na het beklimmen van de dijk zijn neus wilde snuiten en daarbij de duit uit zijn zak liet vallen.
Bovenste afbeeldingen zijn de gevonden duit, de onderst afbeeldingen zijn een soortgelijke duit uit 1761, maar gaaf bewaard gebleven. Het randschrift luidt: “IN DEO EST SPES NOSTRA” oftewel In God is ons vertrouwen. De duit werd van 1758 tot 1768 geslagen. Er gingen vroeger 8 duiten in een stuiver en 20 stuivers in een gulden.